5
De oevers der Loire lot Blois en Tours zijn de schoonste
slreken van Europavan Tours komt men uit het bloeijende
Touraine in Poitou. Den 6. bleven wij 's middags te An-
goulème en 's nachts bereikten wij Bordeaux onder een' hevigen
stortregen.
Bordeaux met zijn' uitgestrekten handel ziet er zeer goed
uil, het volk is er vriendelijk, hoffelijk en beleefd.
Van Bordeaux vertrok ik naar Bayonne, waar ik den 10.
aankwam.
Heden werden mijne reismakkers en ik gekleed. Ons ge
waad bestond uit een korte schapenvacht (Zamarra), een roode
muls en rijkleederen met leder bezet, en een rood zijden das.
Een bekend smokkelaar, vroeger een' vriend van Mina in
den bevrijdingsoorlog, later een vertrouwde van Zomalacaii-
regcjy, zou mij verder vergezellen. Het is een Baskier, klein,
gedrongen krachtig van gelaat en in houding. Zijn handslag
borgt voor alles. Duizenden heeft hij reeds over de grenzen
gebragt.
15 September. Gisteren verliet ik vroeg Bayonnein ge
zelschap van twee heeren in een poslchaisen reed drie mijlen
van daar naar Camboneene kleine in de Pyreneën gelegen
badplaats. Daar werd ik weder aan een bekend smokkelaar
R. met mijne bagaadje overgegeven. De man woonde te Es-
paleto, een uur van Cambon, waar wij 's middags aankwamen
en waar ik met hem hel middagmaal gebruikte.
Des nachts ging ik weder op reis en bereikte de laatste
grensplaats Ainhoa.
Daar moest ik mijn rok uittrekken, mijn hoed afzetten
en kreeg daarentegen een baskisch buis en een Boina (muts).
Vóór hel dorp wachtte, in een donkeren mantel, op zijn
muildier Don li. Daar kwamen nog eenige Basken bij ons
en wij trokken het dorp door, de grenswacht voorbij, klom
men over een tuinmuur en ijlden naar de grenzen. Een
donker gebouw lag voor ons: het was het laatste grenshuis,
in het dal ruischle eene beek, aan de overzijde was
Spanje