9 De Navarezen kaatsen op liet kerkhofdat na het exer ceren hun lievelingsspel is. Papa R., de smokkelaar, heeft een gedeelte mijner pakkaadje medegebragt. Het werd tijd, want ik was dans la plus grande dêtresse de toilette. Heden heb ik ook paarden aangekocht. Een kleinen An- dalusischen hengst, een vos en een schimmel waaronder een paard voor een mijner vrienden, en een muildier.Het is een duivels werkofti hier voeder voor de paarden te krijgen. Men vindt geen haver; gewoonlijk geeft men gerst, maar ook die is thans niet te krijgen. Dienten gevolge moet men de paarden met gehakt stroo en kuku- rutz voederen, waardoor zij, als men niet voorzigtig is, ligt koliek krijgen. 15 September. De trompetters van het bataillon oefenen zichhun chef en instructeur laat de arme jongens onop houdelijk blazen en trommelen. De weemoedige en toch krijgslustige fanfaren klinken over de markt. Zij zijn het die sedert 8 jaren dezen troep ten strijde voeren. Munagorri is met zijne schaar aan de grenzen. Wanneer hijom de Engelsche subsidiën te verdieneneene demon stralie wil doen, kon hij ons hiér gemakkelijk aanvallen, en ik vind dat men niet voorzigtig genoeg is. Men bekommert zich niet om voorposten en patrouillendeze zorgeloosheid noemt men moed en zelfvertrouwenik noem het anders. Daar de zoogenaamde kapelmeester, M. geheeten, weinig keus in zijne muzijkstukken heeft, zoo liet hij waarschijnlijk zonder aan de beteekenis te denkenzoowel de marseillaise als de parisienne spelen. De beide melodiën werden echter zoo gespeeld, dat ze naauwelijks te herkennen waren maar het is toch iets zon derlings een Carlistisch bataillon onder de toonen der mar seillaise voorwaarts te zien rukken. Cela prouveque ce n'est pas le son qui fail la musique, mais que c'esl l'idéé qxi on y attache.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 83