12 Spoedig nadat men Tolosa verlaten heeft, bestijgt men een bergrug, van welks top men een heerlijk uilzigt heeft naar Sl. Sehastiaan tot aan de golf van Biscaije. Wij ontmoetten een boer, als ieder hier gewapend, en ook zijn zoontje, een jongen van hoogstens tien jaren droeg een klein geweer, en den patronen-gordel (Canana). De grootvader was Guerilla, de vader is het, de zoon wordt heten de kleinzoon droomt en speelt het. Verder komt men in een schoon dal, waarin het vriendelijke stadje Aspezzia ligt,, de geboorteplaats van Ignatius de Loyola. Graaf B. heeft uit Tolosa met den luit. Rotii de voorposten- keten langs gereden en de Chrislinos in hun witte gordel riem en legermutsen waardoor zij zich van de Carlislen onderscheiden op piket gezien en eenige schoten met hen gewisseld. Graaf B heeft verder eene merkwaardige straf oefening bijgewoond, het zoogenaamde nemplumar." In dezen burgeroorlog en het levendige aandeel, dal de gezamenlijke bevolking daaraan neemt, wordt het geheele spionwezen, ja zelfs het overbrengen van gewigtige berigtenmeestal door vrouwen en meisjes verrigt, die onder allerhande voorwend sels gemakkelijker en meer ongemerkt door de vijandelijke partijen of vijandig gezinde plaatsen sluipen kunnen. Vroeger werden zijals ze gepakt werden, zonder vorm van proces doodgeschoten. Mina liet 47 vrouwen uit de woningen, in welke men ver borgen munitie vond, doodschieten. Zumalacakueguy nam een maatregel die meer gevolg had. Werden namelijk vrouwen gevangen genomen die den vijand als spion gediend hadden, zoo sneed men ze de haren af, smeerde ze met teer in bestrooide ze met vederen zette ze ruggelings op een' ezelen voerde ze rnet muzijk door het leger, waaruit zij gegeeseld werden dit noemde men: nem plumar Daar de Spaansche vrouwen doorgaans zeer mooi haar heb ben waarop zij zeer trotsch zijn, vreesden zij deze straf bijna evenzeer als die van het doodschieten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1866 | | pagina 86