zoodra het gevaar geweken was, zijn de strijders uit elkan
der gegaan.
'L Hadj is alleen gebleven te midden van eenige dienaren
aan zijn persoon gehecht.
Zooals ik boven reeds met een enkel woord zei, gevoelde
Abd-kl-Kadeu hel onhoudbare en nadeelige van dien toe
stand. Hel zijn ongeregelde benden, hij moet geregelde vormen.
Hij verzamelde te dien einde rondom zich een zeker aantal
ruiters, voetknechten, artilleristen, muilezeldrijvers, die hij
indeelde, een vaste soldij betaalde en alzoo vormde hij de
kern van zijn permanenten troep waaraan hij den naam van
geregeld leger gaf.
De laskars (voetknechten) werden in kompagniën van 100
man verdeeld, en iedere kompagnie in tenten van 20 a
25 man.
De kompagnie werd gekommandeerd door een kapitein
(bach-seïafhoofd, porte-épée) en een luitenant halifah-
bach~seïu,f).
Men telde voorts nog bij iedere kompagnie i chaous of
korporaals, 1 kodja of sergeant-majoor (schrijver) enz.
De uniform van de infanterie bestond uit een boven-vesl
of wil men mouwvest van grijs saaizonder versiersels en
voorzien van een kapuit een vest sedriavan blaauw
saai een pantalon van dezelfde stof en eene roode onder
broekieder man kreeg alle drie maanden een linnen hemd
en een paar geel lederen schoenen.
Op zijn eigen kosten voegde de soldaat bij dit kostuum
een burnous en een haïckdie gewoonlijk echter in
slechten toestand waren een giberne van Maroccaansch Ieder,
ÓO
('j llaïck is een sink slofdal zij in zeer sierlijke plooijen om de
schouders werpen. Dil stuk slof wordt aan het hoofd met eene ke
melsgaren koord vastgemaakt; over dag dient het hun voor mantel,
"s nachts tol dekking; alleen 's winters doen zij de burnous aan.