58 Sedert 9 uren 's morgens was de generaal op de aange duide plaatsmet zes balaillons infanterie twee escadrons kavallerie en eenige veldstukken. Abd-el-Kader was niet daar; men moet evenwel in aanmerking nemen dat hem 7 uren van de plaats scheiddenterwijl de Fransche generaal er slechts drie had af te leggen. Vijf uren wachtte men, zonder dat er iemand verscheen eindelijk tegen 's namiddags twee ure berigtten Arabische ruiters, dat de émir ongesteld geweest was en eerst laat zijn kamp had kunnen verlaten dat hij langzaam marscheerde en dat het misschien betamelijk zou zijndat de generaal nog meer avanceerde. Deze verontschuldigingen voldeden Bugeaud weinig; maar het was laat, en hij wilde in zijn kamp niet terug keerenzonder Abd-el-Kadeu gezien te hebben. Hij rukte dus voorwaarts. Na door dalen en over heuvels getrokken te zijn zonder nog iemand te ontmoeten, bemerkte men aan de kromte van een hergengte het opperhoofd van den stam der Oulas- sahshij kwam bij den Franschen generaal om hem te zeggendat Abd-el-Kader digihij op een heuvel was en bood aan hem er heen te geleiden. De inschikkelijkheid van den generaal was ten einde; on- dertusschen volgde hij zijn vriendelijken cicerone en mid delerwijl zeide de émir, die rustte, tol de hem omringende Arabische hoofden »lk verwacht de hulde die de Sultan van Frankrijk mij komt bewijzen." Toen de generaal Bugeaud gedurende een kwartieruurs onder geleide van zijn gids gemarscheerd had bemerkte hij eindelijk op eene hoogte den émir te midden van een aan zienlijk getal ruitersde Arabische en Kabylische kontin- genten, ten getale ongeveer van tienduizend, hadden de nabij gelegen heuvels bezet. Toen naderde Abd-el-Kader den kleinen troepaan het hoofd waarvan de generaal Bugeaud zich bevond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 104