u Ook het fort Taza werd in 184.1 door de Franschen verwoest. De renegaat om nog even op hem terug te komenvond later gelegenheid naar Maskar adat mede in 184.1 door de Franschen genomen waste ontsnappenen zich onder be scherming te stellen van het Fransche gezag. Na weinige dagen stierf hij aldaar aan vergif, zonder dat men ooit den dader heeft kunnen ontdekken. Zóó eindigde het leven van den renegaat Sidi-Abo-el- Kader. Abd-el-Kader wijdde ook zijn bijzondere zorg aan de oefe ning zijner troepen deelde gaarne in de fantasias of rid derlijke spelen der Arabieren en voerde die dikwijls zelf aan. 'LHadj verdeelde zijne ruiterij in twee, goed te onder scheiden henden. De eerste troep droeg noch burnous noch haïckshij droeg een roode broek en vesten stelde het Fransche leger voor. De émir plaatste zich aan het hoofd. Het tweede korps gekleed in vestbroekhaïck en bur nous, stelde het Arabische leger voor. Zoo uitgerust en ingedeeld plaatsten de ruiters zich op een' vrij grootcn afstand, onder hunne wederzijdsclie banie ren tegenover elkander. Daarna zond '1 Iladj tien Fransche ruiters vooruit het geen de Arabieren van hun kant ook deden. De aanvallers reden eerst in stapen versnelden hun gang naar male zij avanceerden. Op 25 pas van elkander genaderd hieven zij hun krijgs geschreeuw aanwuifden met hunne haïks en burnous mikten op hunne tegenstanders, losten hunne geweren, trokken hun yalagan uit de schede en veinsden tot een gevecht met de blanke sabel over te gaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 110