49
nering brengendie dc gevangenneming van Abd-el-Kader
vooraf gingen.
Omstreeks 1844 verminderden langzamerhand de magt en
de invloed van Abd-el-Ivader van al zijne hoofdplaatsen
beroofd werd hij naar de woestijn teruggedreven.
De generaal Bugeaud en zijne onderbevelhebbers Cavaig-
nac, Lamoricière enz. hadden alle gewigtige punten, zoo
langs de kust als in het binnenland bezet en van daaruit op
groote schaal verdelgingstoglen (razzia s) ondernomen, waarbij
dorpen en graanvelden, vruchtboomenkortom alles ver
woest werd.
Het systeem der razzia'sschreef eens een Fransch
officier, »is naar mijn oordeel een schandelijke en af-
»schuwelijke zaak, meer geschikt om een leger te onteereu
»>dan het met roem te bedekken. Men verbeeldde zich eene
skolonne, die bij het aanbreken van den dag een stam op
»het lijf valt, zonder den minsten tegenstand te ontmoeten.
»Zij verrast in hunne kreupelboschjes een honderdtal vrou-
»wen en grijsaards, naakte kinderen aan de borst hunner
«moeders. Zij verzamelt die als kudden, niet zonder het
terrein met de lijken te bedekken van die ongelukkigen
sdie onze soldaten, misleid door de gelijkenis in de kleeding
»der beide sexenzich gehaast hebben te dooden. Men
»zal die schilderij vollooijen door de vreesclijkc verwarde,
«loeijende en schreeuwende troep ossen, ezels, schapen en
geiten; door het gezigt onzer spahisomringd van de
«rookende ingewanden der dieren die zij gedood hebben. Dit
«alles wordt voleindigd door den terugmarsch der kolonne
«waarbij zich ongelukkige vrouwen bevinden, belast met twee
«of drie kleine kinderen, en andere kinderen die smartelijk
•aschreijendemoeijelijk meer kunnen gaan."
Men zou een boekdeel kunnen vullen met de afschuwe-
V Ahjérie prise au série nr par ieblanc de Pre'bois.
4