55
de beek Sidi-Brahimwaar hij zijn bagaadje liet, onder
de hoede van den kommandant Coste.
Abd-el-Kader hopende te verrassen die naar het zeggen
van den gidsslechts een zwak geleide had rukte hij voor
waartsgevolgd door de drie kompagniën jagers van Orleans
en de 60 huzaren.
Naauwelijks had hij drie kwartiers gemarscheerd of Ara
bische ruiters verschenen in vrij grooten getale in cene vlakte.
De twee eerste pelotons huzaren hieuwen er op los; maar
bijna onmiddelijk werden zij op hun linker vleugel aange
tast door eene kavallerie-massaplotseling uit een hinder
laag te voorschijn komende en door Abd-el-Kader in persoon
aangevoerd.
Bij den eersten schok werd de kommandant Cognord ge
wond de kapitein Gentil-Saint-Alphonse werd het hoofd
door een pistoolschot vermorseld.
De kolonel Montagnac viel met twee pelotons der reserve
aan, waarbij zich twintig man voegden die aan de slagting
ontsnapt waren hij viel echter doodclijk gewond neder.
Zijne laatste krachten herzamelende om zijne dapperen te
redden beval hij het carré te formeren en zond den kwar
tiermeester Barbié af, om den kommandant Coste met zijne
reserve te hulp te roepen.
Gedurende drie uren hielden de jagers van Orleans en
de overblijfsels der huzaren als een muur stand tegen de
aanvallen der Arabische ruiters; man voor man van het
carré vielterwijl de patronen opraakten.
De kolonel Montagnag zeide stervende tot zijne ongeluk
kige soldaten: Kinderen, verlaat mij, mijne rekening is
gemaakt tracht de begraafplaats van den marabout van
Sidi Bra'iim te bereiken en er u tot het uiterste te verde
digen." Dit waren zijne laatste woorden.
De kapitein Coste snelde met eene kompagnie toe, maar
de eerste aanvallen wierpen hem overhoop en al zijn volk
sneuvelde rondom zijn lijk.