Er hieven nu nog slechts 85 jagers over onder do bevelen van den kapitein de Géraux. Dit. troepje slaagde er in de begraafplaats van den ma rabout van Sidi-Braium met den toevoer dien zij nog be schermde, te bereiken. De deur van den marabout zeer laag zijndebeklom men de muren. Een gedeelte der lastdieren kon op de binnenplaats komen, die een vierkant vormde aan iedere zijde met 20 man. Hel w as 1 1 uur 's morgens. De korporaal Lavatssière, beklom op bevel van zijn ka pitein den marabout, en stak er, onder een hagelbui van kogels een vaandel opgemaakt van den rooden gordel van den luitenant Chappeoelaine en een blaauwe zakdoek van den korporaal. Dit vaandel was een teckendat men hoopte dat bemerkt kon worden door de kleine kolonne onder bevel van den kolonel de Barraldie slechts drie mijlen van daar was. Van den gevaarlijken post komende, dien hij ingenomen had moest gemelde korporaal er na eenige oogenblikken weder op klimmen, om met den kijker den omtrek gade te slaan men zag niets dan Arabische ruiters, die in menigte aanrukten en den marabout naauwr insloten. Een der gevangen genomen Fransehenwerd door Abd- ef.-Kader afgezonden, om den kapitein de Géraux op te eischen van zich over te geven. Een nadrukkelijke weigering ontving die eerste zendeling. Een tweede kreeg geen beter antwoord. Abd-el-Kader deed toen een brief schrijven door den adjudant Tiiomas, die tot, de gevangenen behoorde. Deze brief, door een Arabier gebragthield in, dat er 82 ge vangenen waren waaronder de luitenant Larrazet en vier trompetters. Ilij liet in dezen brief zeggen, dat wanneer de Franschcn zich niet onmiddelijk overgaven, hij ze toch wel krijgen zouen dat hij ingeval van wederstand s aan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 122