57 allen hel hoofd zou doen afslaan. Hel antwoord van oe Géraüx was even bondig als het voorgaande. Toen begon het vuur aan de vier zijden. De Arabieren schoten niet alleen, maar wierpen ook met steenen. Deze woedende aanval, duurde bijna lJ/4 uur. Tegen twee uur liet Abd-el-Kader het vuur ophouden en gaf zijnen troe pen last, zich omstreeks 40 minuten van den marabout te legeren. Tot nog toe was er slechts een gewonde bij de Franschen de verliezen van den vijand moeten grooter geweest zijn. Hel duurde niet lang of de aanval der kabijlen begon we der, zij schoten en wierpen weder met steenen. De nacht brak aan men schoot weinig. Den 24 rukte Abd-el-Kader weder met zijne ruiters en infan terie op; deze laatste was thans alleen met den aanval belast. In de duisternis van den nachthadden de belegerden eene soort van schietgaten in de ringmuren van den mara bout gemaakt en de kogels die hen overbleven in vieren ja zelfs in zessen gebroken. Men vocht nog even hardnekkig doortol den volgenden dag omtrent twee uren 's namiddags. Toen liet Abd-el-Kader door een der gevangen trompetters den aftogt blazenen ver wijderde zich met het gros zijner troepen rond den mara bout drie observatie-kolonnes latende, ieder omtrent 150 man sterk. Op den derden dag deden zich honger en dorst on der de Franschen gevoelen. Daar men gedurende den marsch naar den marabout de ransels had weggeworpen waren er weinig levensmidde len en om te drinken was men genoodzaakt urine te mengen met een weinig brandewijn en absinlh. Eerst had men besloten van den nacht gebruik te maken om de post te ontruimen waar niets dan de dood te wachten was; maar daar de Arabieren hunne voorposten vooruit geschoven hadden en goede wacht hielden, moest men dit voornemen laten varen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 123