63
verpleging in de hutten der Arabieren. Andere dienden als
gidsen en eindelijk kwamen de eerste dezer troepen 's mid
dags ten i ure te Sétif aan.
De generaal Levasseur van zijne hoofdmagt afgeraaktwas
onder de laatste» die met zijne kavallerie aldaar aankwam
van waar onmiddelijk hulp werd afgezonden aan de ver
strooide soldaten.
De weg dien de kolonne gevolgd had was met lijken bedekt.
Den 8slon miste men nog 800 man van de geredden waren er
250 wier voeten bevroren waren. Den 10den waren reeds 283
lijken te Sétif aangebragt. Men rekende dat de kolonne 1200
geweren en haren geheelen trein verloren had. Vijfhonderd
man moesten in het hospitaal te Sétif verpleegd worden.
Zoo jammerlijk eindigde deze togt.
Doch het word tijd dat wij na deze uitweiding tot Hadj
Mustapiia terug keeren.
Hadj Mustapiia had vijf vrouwen in zijn douair. Deze
vrouwen hebben altijd de grootste deelneming getoond in
de ongelukkige Christenen wien het noodlot gevangen en
slaven van hem gemaakt had. Het is moeijelijk te zeggen
of de vrouwen schoon zijn daar zij altijd gesluijerd gaan.
De Iladj Mustapua-ben-Tbamy heeft in zijn gevolg zijn
chaous Abd-Zaea.
Het is een man van 55 jarendik en gezetmet een
grijzen baard die op rekening van dien kalifah scheert en
vermoorde. Het was nu drie jaren geleden dat Ben-Thamy
hem een nieuwe yatagan heeft gegevenomdat Abd-Zala
met zijn oude yatagan honderd hoofden afgeslagen had.
Ilij scheert gemakkelijk en netjes. Hij bedient zich niet
van zeep, een weinig koud water is hem genoeg.
Alleen is deze barbier een vreeselijke grappenmaker. Wan
neer het hem gebeurde een gevangen Christen te scheren,
liet hij nooit na deze het lemmet van zijn yatagan te toonen
en te zeggen
»Dit vleesch is schoon en frisch. Wanneer zal ik dan
toch den last krijgen om je den hals af te snijden?"