64
Wat Kadour-ben-Allal aangaatneef van Sidi-Embarak
die den Iladj naar Toulon vergezeld heeft, van hem kan
men betere dingen zeggen dan van Ben-Tiiamy.
Zijn oom Sidi-Embarak, de kalifah van Mimanah en van
de Hadjoutes, in 1839, heeft op Afrikaansch grondgebied,
bij de Franschen en Arabieren, de herinnering achtergelaten
van een dapper en edelmoedig soldaat.
In 1852 betrokken in den opstand van Sidi-el-Hadj-Se-
giiir, kocht Sidi-Embarak zich los van den hertog van Rovigo
voor 10,000 francs, en kwam te Coléah, de verblijfplaats
zijner familie aan. Hij leefde tot in 1837 te midden der
genoegens van de Fransche beschaving. Hij was de gast en
vriend der Fransche officieren. Maar op zekeren dag, zich
zijne werkeloosheid schamendevervoegde hij zich hij den
emir. De iladj benoemde hem lot een zijner Kaiifahs.
Sidi-Embarak heeft steeds bewonderenswaardig gevochten.
De luitenant-generaal Lamoricière die hij araronah (vader
met den stok) noemde, boezemde hem een doodelijken angst
in. Zijn beeld vervolgde hem lot in den slaap, en de Ara
bieren verhalen dat het midden in den nacht dikwijls ge
beurde dat men Embarak hoorde, worstelende tegen een
angstig visioen, te midden waarvan hem, gelijk een engel
des doodsden vreeselijken araronah verscheen.
Sidi-Embarak werd gedood hij de Djafras, in den slag
van Oued-Malau, door den brigadier Gérard, bij gelegen
heid eener expeditie van den generaal Tempoure, 11 Nov.
1843.
Deze maarschalk had éen marsch-kolonne geformeerd, be
slaande uit 800 uitgelezen manschappen der infanterie, en
uit 300 spahis en jagrrs. Na een buitengemeen moeije-
lijken en onzekeren togt van verscheidene dagengedurende
weiken hij ieder oogenblik halt moest houden om het ver
loren pad terug te vinden, kwam men aan den ingang der
vallei van Oued Malaii toen men plotseling een dikke rook
uil een bosch zag opstijgen. De chef der kolonnc twijfelde
er geen oogenblik aan of de vijand was daar. Zijne kaval-