g2
echtgenootdien zij volgens 't gerucht reeds vermoord
waande, aan; zijne tegenwoordigheid van geest was genoeg
om de orde eenigzins te herstellen. ïïij snelt met ontblooten
degen toe; drijft de schildwachten op zij, baant zich een
weg naar den portier, die een verrader geworden is, ontrukt
dezen den sleutelbos, ijlt het gebouw binnen, zorgt voor de
militaire archiven, zooveel hij kan, en vergeet daarbij orde
te stellen op zijn eigen goederen en zaken; daarop gaat
hij heel bedaard bij de verschillende leveranciers, de schulden
van 't garnizoen betalen (voor zich en zijn huishouding
was hij gewoon contant te voldoen), en bij zijn vrouw aan
gekomenzeide hij: »zic zoo, moeder, nu kan ik als
eerlijk man vertrekken." Maar, daar komt een deputatie,
die hem, namens het Voorloopig Bewind, de benoeming
aanbiedt tot majoor der infanterie en kommandant der ves
ting, met sauve-garde voor zijn gezin. j>Neen, roept hij
verontwaardigd uit, zoolang ik vader Willem op de borst
draag, wil ik geen verrader worden; maar wee dengenen
die mij of de mijnen eenige moleste aandoet. Ik ga heen
waar mijn koning mij roept; spoedig hoop ik u weer te
zien." ilij meende dat de opstand spoedig gedempt zou
zijn; de uilkomst heeft het anders geleerd. En met achter
lating van al wat hij het zijne noemen mogtverliet hij
zijne woonplaats, om na veel wederwaardigheden tegen den
avond door eene engelsche stoomboot opgenomen en naar
Vlissingen overgebragt te worden.
Van hier bood hij den koning zijn diensten bij het leger
aantengevolge waarvan hij benoemd werd tol l,t0 luit.—
adjudant bij de mobiele schutterij. Had hij zich vroeger
als strijder, later als administrateur van zeer gunstige zijde
doen kennen thans oogstte hij grooten lof in als instructeur,
zoowel van de jonge officiers als van onderofficiers en man
schappen. De tiendaagsche veldtogl had plaats; zijne ti
railleurs waren niet van de minsten, die tol den goeden