86
ster van hel sombere huis, was geheel het tegenbeeld vari
hare oude tantes, een allerbekoorlijkst meisje van zeventien
jaaromhuld door den poëtischen geur der schoonheid en
jeugd, vol natuurlijkheid en aanvalligheid, maar helaas!
door de strenge en geestdoodende opvoeding van de tantes
eene ontluikende roos gelijkdie aan den bloempot en de
kamerlucht gebonden hare gloeijende wangen aan de koude
vensterglazen legt en met onbestemd verlangen in de
•schoone natuur blikt, aan welke zij toebehoort en waaraan
zij ontrukt is.
De vierde bewoonster van het graauwe huis eindelijk was
eene oude meid, Moortje genaamd, eene jonge juffer van
ongeveer zes-en-veerlig jaarleelijk als de zondestuursch
somber, stilzwijgend, kwaadluimig, om kort te gaan de
verpersoonlijkte onbeminnelijkheid en de meest mislukte po
ging van de natuur om eene bijdrage te leveren voor het
schoone geslacht; bij hare geboorte zwartkleurig als een
jonge moor, kon haar geen gepaster naam worden toege
dacht dan dien zij droeg.
De gezamenlijke vier vrouwenwier kennis wij thans ge
maakt hebben, vormden, naar den uildrukkelijken wil der
tantes, een macedonische phalanx tegen de verwoedste aan
vallen van het mannelijk geslacht, en, ofschoon Doortje en
Flooutje menigmaal gezelschappen bezochtenom het lang
bijëengczamelde gift eens weder uit te spuwenof om
nieuwen voorraad mede naar huis te nemenzoo behoorde
het toch tot de zeldzaamste uitzonderingen, wanneer een
mannelijke voet den drempel van het graauwe huis ont
wijdde.
De eenige uitzondering hierop maakte een voormalig ka
nonnier, met name Poedel, die zich thans met het schoon
maken van kleederen en het poetsen van schoenen bezig
hielden door de tantes als oppasser en boodschapper voor
een paar uren per dag in dienst was genomen. Poedel
paste overigens uitmuntend bij het geheele ensemblewant
ook hij was oud leelijk onbehaaglijk terugstootend in zijn
geheele wezen en eenlettergrepig als een Spartaan.