88 in alles tie echo van hare zuster en slechts zelden een be paalden wil te kennen gevende. Daarom arbeidde zij ook minder ijverig aan hare breikous en van veel geringer afme tingen; maar zij liet het zachte klecdingstuk van tijd tot tijd op haren maagdelijken schoot vallen en tuurde zwaarmoedig en peinzend door de sombere vensterglazen en naar het groene loof der hoornen. Beide zusters waren blijkbaar onder den indruk eener ge dachte, die hare gehecle ziel vervulde; want zij zaten zeker reeds een groot kwartier naast elkander zonder een enkel woord geuit te hebben toen Doortje het tempo van brei- jen plotseling versnellend, eensklaps uitriep: »De mannen zijn afschuwelijk, Floortjé Floortje zuchtte en zette hare vingers weder in bewe ging, terwijl Doortje, eenmaal de luchtpijp geopend heb bende mei haren lofzang vervolgde Zij beschouwen ons meisjes enkel als voorwerpen van hun vermaakals bloemen, die zij ongestraft vertrappen kunnen, en die zij trouweloos wegwerpen, wanneer zij zich aan haren geur gelaafd hebben. En daarom haat ik ook zoo vreesclijk dat woord j>liefde," dat hun in den mond bestorven ligt en van welks innige beleekenis zij niet het minste gevoel hebben. Die slangen! De liefde is een leugen in den mond der mannen en daarom moest zij eene onmo gelijkheid zijn in het hart van iedere waarachtige vrouw." »«Dat arme hart der vrouwen!"" viel Floortje weemoe dig in. Zij verscheuren het met dezelfde onverschilligheid waarmede het kind lagchend eene roos uiteenplukt. Arme roos Domme roos!" bulderde Doortje. «Waarom laat zij zich uiteenplukken Heelt zij dan geene doornen om zich te beschermen? Ik, voor mij, ik heb mij steeds te weer gesteld en daarom heeft ook niemand mij bedrogen." tEn ik heb geleden en verdragen", lispelde Floortje, «maar heb daarbij de mannen ook leeren kennen. Zij fladderen steeds om de bloemen heenzij smachten en gloei- jen"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 154