98
Naauwelijks had zij deze woorden geuit, of er werd bijrtns
onmerkbaar aan de deur geklopt.
di>Ah! dat is er misschien een!"" voegde het roma
neske Floortje er in gespannen verwachting bij.
In plaats van een paadje of een dolenden ridder, verscheelt
echter een wezen van een geheel ander voorkomen. Het
behoorde onwedersprekelijk tot het mannelijke geslachtwant
zijne kleeding bestond uit eene oude vette artillerie-pet,
cene lichtkleurig, misschien op de voddenmarkt gekochte zorner-
paletöt en een afgedankte met leder gelapte militaire pan
talon, die slap en zakkcrig op de blinkende laarzen afviel.
Regt opslaand, vuil peper-en-zoutkleurig haar en dito ver
wilderde bakkebaarden en knevels gaven.aan het gemelijk en
onverschillig gelaat van den binnenkomendedie niemand
anders was dan de voormalige kanonnier en tegenwoordige
schoenpoetser en oppasser Poedel, iets sombers en terug-
stootends, zoodat zijne verschijning altijd een onbehagelijken
indruk maakte.
oïNeeneen ridder of schidknaap is het niet,'' zeide
Floortje zacht lot zich zelve; *»maar de hemel zend hem
mij toch.""
Poedel had intusschen zijne vette artillerie-muts afgeno
mendie hij werktuigelijk tusschen zijne beide handen
draaide, en een eigenaardigen, half spijtigen blik naar de
deur links geworpenwaardoor men in de keuken kwam.
Toen rigtte hij zijn blik weder naar Floortje en zeide
met die automatenslem waarin de soldaten gewoonlijk hunne
mededeelingen doen
«Nog wat van uwes orders, jufvrouw?
Floortje had wel is waar de vraag gehoord doch stond
nog te peinzen over haar plan, zonder acht te slaan op
Poedeldie van zijn kant deze gunstige gelegenheid waar
nam, om een tweeden eigenaardigen blik naar de bovenbe
doelde deur te slaan. Toen hij zich echter in zijne veiwach-
lingendie hij aan die deur scheen te zoeken, teleurgesteld
zag, rigtte hij zich weder tot Floortje en vroeg op gcine-
lijken toon