9S het huis komen, hoor je; daar worden we niet gestoord. Je kunt hem immers wel teregt wijzen. Kwijt je nu goed van je taak; ik vertrouw geheel op je. Goeden morgen Poedel En hiermede knikte zij den oppasser nog vriendelijk toe en verliet met luchtigen tred de kamer. "Wat zou die wel van Glümer willen hebben?" zeide Poedel, nadat Floortje hem verlaten had. »Nou, 'tis mij om het even!" ging hij na eenig nadenken voort: »ik zal nog eenmaal seinen en dan afmarscheren." Naauwelijks had hij evenwel zijn mond geopend om zijn rogchelend keelgeluid te doen hoorenof Doqrtje, die voorzigtig de andere deur opende, trad binnen, keek de kamer rond, en zeide, zich alleen ziende, op fluisterenden toon tot den ex-kanonnier s»Je kunt me een groot pleizier doen, Poedel. Ken je den majoor Stokman?"" "Dien ouden stakker?" antwoordde de laarzenpoetser. »0 ja wel, mijn vrind past hem op." t>»Ik moet hem noodzakelijk spreken,"" vervolgde Boor tje. »»Zou jij onder een of ander voorwendsel kunnen bewerken dat hij mij zijne opwachting kwam maken Morgen ochtend tusschen elf en twaalf had ik het het liefst hij zou dan in het paviljoen achter het huis, kunnen komen; daar zal men ons niet storen."" »Goed zeide Poedel, adat zullen we bewerken." "Nu, wees voorzigtig, lieve vriend, ik vertrouw geheel op je." Met deze woorden gaf zij den voormaligen artil lerist nog een minzaam groetje en ging dezelfde deur weder uitdie zij binnen gekomen was. aWat dat hier toch voor geheimen zijn van daag!" zeide Poedel, terwijl hij Doortje verbaasd nakeek. -- »Nou, 't is mij om het even. ik zal nog maar eens seinen en dan afmarscheren." En hierop opende bij ten tweeden male zijnen mond om zijn artilleristisch gerogchel te doen hooren; maar naauwelijks had hij de eerste, doffe loonen uitge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 164