101 Hij gal' haar den kusen zij kwiteerde voor ontvangst met een stuk leverworst. Walgelijke ontheiliging van den kus, van dien «zoeten hand der jonge liefde zoo als Robert Burns zegt. De volgende dag was even schoon als de vorige alleen liet de gevoeliger hitte van de zon het naderbij zijn van het middaguur vermoeden. In den vrij grooten tuin achter het huis der Koenkels was het evenwel zeer lommerig en betrekkelijk koel. In het midden van den tuin stond het meer bedoelde pa viljoen een cirkelvormig, tempelachtig gebouw, met twee later aangebouwde kleine vleugels, dat van binnen een ronden salon en ter wederzijde hiervan een kabinetje be vatte. Wel vijftig pas achter hel paviljoen in den ach termuur van den tuin bevond zich nog eene deur, die zelden geopend werd en waardoor men op een landweg uitkwam. Door deze deur trad met klokslag van elf een heer binnen die van verre het aanzien had van een «élégant j" want zijn toilet scheen onberispelijk en zijne houding verried den beschaafden man. Wanneer men hem evenwel van meer nabij bekeek, bespeurde men, dat de perzik aangestoken was, zoo als Dvu\s-fils in zijne «Demi-monde" zegt, en wel is waar niet op eene, maar op verscheidene plaatsen. Den hoed ofschoon glanzig als een zwarte diamantkon men het duidelijk aanzien dat hij reeds eenige malen gemoder niseerd en opgestreken washet chemisetjevan sneeuwwit linnen en met allerkeurigste plooitjes, stond meer dan ver moedelijk in geen naauw verband met het hemd. De frak, uit welks knoopsgat bijna onmerkbaar welligt om het voor iets anders te doen doorgaanhet lint van het Metalen Kruis te voorschijn kwam, was in weerwil van herhaalde veranderingen evenwel bij de nieuwste mode nog verre ten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 167