103 «Wanneer ik nu in 's Hemels naam maar wist, wat dit alles te befeekenen hadUit Poedel was niet wijs te worden. -Ik zou om elf uur bij mejufvrouw Floortje Koenkel komen de rest van de geschiedenis zou verder wel volgen hm Derhalve in elk geval een geheim rendez-vous oh bon Dieu met eene dame en hoogstwaarschijnlijk met eene jonge en bekoorlijke dame want van eene oude en leelijke zou het onbeschoft wezen. Wanneer hel nu eens op een huwelijk uitliep Odat zou me goed doen. RustRustNiet meer behoeven te drentelen niet meer behoeven te dansen mij hier neder te vlijen op dit liefelijk plekje." Met deze woorden trad hij voor het raamen sloeg in geest vervoering zijn opgetogen blik in den stillen tuin. »Dit alles het mijne te mogen noemen ging hij op lispen den toon voort. In deze paden te wandelen met de aangebe dene mijner ziele mij daar ginder naast haar op het ronde grasperk, aan het ruiscliend beekje neder te zetten. Oh mon Dieu Zij heeft haar hoedje afgedaan en leunt haar krullekopje zacht tegen mijne borst van liefde gloeijende sla ik mijne armen om hare teedere en buigzame leest druk haar vaster aan mijne borst en bezegel deze innige liefde met een gloeijenden kus op haar blozend voorhoofd. En zij o zij slaat hare vochtige, blaauwe engelenoogjes naar mij op en fluistert in sirenen-toonen ««Mijnheer de baron klonk het plotseling achter zijn rug, maar niet op sirenen-toonen, maar in een droog en pie pend geluid, dat niemand anders toebehoorde dan het zachte Floortje, die reeds sedert eenige seconden binnengekomen was, en het dadelijk raadzaam vond den baron uit zijne droomerij te wekken. «Ah! c'est ellezcide de gelukkige Glumer tot zich zeiven keerde zich toen zoo bevallig mogelijk om en keek met zijn liefste gezigt de bezitster van de voor hem zoo welluidend klinkende stem aan. Maar plotseling vielen zijne opgeblazen wangen slap neer, eene koude rilling doorliep

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 169