lOi zijn rammelend gebeente, als wezenloos staarde hij de nieuwe verschijning aan en dacht hij zich zeiven: »oh bon Dicu wat'n oud vel! Spoedig herstelde hij zich echter, en, met eenige moeite een gelegenheidsgezigt aannemendezeide hij overluid s Heb ik de eer met mejufvrouw Floortje Koenkel »»Om u te dienen, mijnheer de baron!"" antwoordde het meisje met eene ongekunstelde buiging. 'O mijn God, sta mij bij dacht Glumer weder, en trok den stand van zaken juist inziende, de pas tweemaal ge- wasschen glacés uit, om ze voor eene andere gelegenheid te sparen. a»De commissionnair Poedel zal u gezegd hebben, heer baron"" hervatte Floortje. »Ja wel, mejufvrouw" antwoordde Glumer. Aangezien nu de wederzijdsche partijen niet wisten, wat Poedel eigenlijk gezegd had, of had moeten zeggen, ontstond er een oogenhlik van verlegenheiddat Floortje afbrak door den baron le verzoeken plaats te nemen terwijl zij zelve ook ging zitten. Naauwelijks hadden beide partijen evenwel de nieuwe stelling ingenomen of de verlegenheid herhaalde zich. Floortje keek op haren schoot en Glumer in zijnen hoed waarbij hem de onaangename gedachte invieldal hij dien nog niet betaald had. In Floortjes brein begon daar entegen eene andere gedachte tot rijpheid te komen hare lippen begonnen zich tot een lief lachje te krullen en openden zich eindelijk om de volgende woorden te doen ontglippen »»Mag ik mij de vraag veroorloven mijnheer de baron hoe u over het huwelijk denkt?"" »'t ls dan toch zoo dacht Glumer, fluks den vertoorn den hoedenmaker uit zijne gedachten verbannend. »Die stormt er verdoemd vlug op los;" vervolgens antwoordde hij hardopmaar met aarzelende stem «Over hel huwelijk meent u O dat is onder zekere omstandigheden gewis eene zeer aangename zaak."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 170