109
tegenwerpingen en van wederkeerige bedreigingen brak los
tegen den stormaanval van Doortje. Een krakeelzoo als
slechts tusschen twee woedende vrouwen kan plaatshebben,
weergalmde met donderend geweld door het anders zoo sliï
en eerzaam tuinsalonnetjede oogen scholen bliksemstralen
de lippen beefden de vingers trildende haren rezen te
bergede voelen stampten en de ruiten rinkeldentotdat
Doortje's grover geschut eindelijk hel vuur van Floortje's
batterijen tot zwijgen bragten de laatste luid snikkend
voor den zegevierenden vijand het veld ruimde.
«Foei! Is dal een meisje!" riep Doortje diep adem halend
uittoen Floortje de deur uit w as. «Maar zoo zijn die
duivenkarakterszoo lang zij gevleid en gestreeld
Hier werd zij door een vrij krachtig geklop op de glazen
deur in hare verdere alleenspraak gestoord en toen zij
zich omwendde, zag zij den majoor van Stokman, die zijn
neus tegen het glas plat drukte, om in den salon te kunnen
zien, O Ilceremijn majoor!" kuchte Doortje, terwijl
zij hare hand onder tegen den linker boezem sloeg, 0111
het onstuimig kloppen van haar hart te bedwingen. In
hetzelfde oogenblik scheen zij evenwel uiterlijk wedergeheel ge-
calmeerden zij riep op duidelijken en vasten loon «binnen
Onmiddellijk werd de deur met een ruk geopend, als of
het een «handgreep" wras en de majoor van Stokman trad
binnen. Hij droeg de uniformjas van het leger, tot hoven
toe digtgeknooptmaar zonder épauletten en zonder sabel
die hij met een dikken wandelstok had verwisseld. De ma
joor hield nog veel van de militaire kleeding, daar hij
misschien dacht, dat wanneer hij die uittrok,, hij tegelijk
zich zeiven zou uittrekken bovendien was het rinkelen van
zijne geweldig groote sporen eene muzijk voor hem, dat
zijn soldatenoor niet meer kon ontberen. Het uiterlijk
voorkomen van den majoor was dat van een tamelijk ver
sleten militair. Pikzwart haar en baardmaar flink ge-