119
viel Floortje hem vriendelijk in de rede, ««want ik zeg
udat ik alles in het werk zal stellendat u mijne kleine
Anna niet krijgt."
«Kleine Anna!?" vroeg Stokman geheel verbluft, terwijl
hij nogmaals zijn mond wijd openzette. «Die ken ik vol
strekt niet
««Maar u wilt haar leeren kennen?"" vroeg Floortje.
«Dat komt niet in mijne gedachten op."
««Mag ik dat gelooven heer majoor?"
«Op mijn woord van eer," antwoordde Stokman, terwijl
hij zich op zijne borstkast sloeg, dat hij er van hoesten
moest.
««Maar waarom zijl ge dan hier?"" vroeg Floortje, die
nu op hare beurt verbaasd stond te kijken.
1 Die maakt het iemand vervloekt moeijelijkdacht Stok
man«ik weet nu niet meer wat ik zeggen zal."Daarop
haalde hij diep adem, streek met eene onnavolgbare bewe-
ging, met zijne hand door zijne haren zijne oogen rolden als die
van een regimentskommandantdie voorbij het front galop
peert en met al den pathos van Oosterschen liefdegloed
declameerde de oude
«Waarom ik hier ben? O, voelt ge dat niel aan het
sneller kloppen van uw hart? Voelt ge dat niet aan het
sneller slroomen van uw bloed voelt ge dat niet
Hier scheen de majoor uitgepraat te zijn de oogen be
gonnen nog wilder te rollen de gele wangen namen
een bijna onmerkbaar rooden tint aan hij deed eene
wanhopige poging om zijne liefdesverklaring te voleindi
gen en stiel met de gansche kracht zijner longen de
woorden uit «Voelt ge dat niet? Voelt ge dat niet
««Neen!"" zeide Floortje met een gullen lach.
«Niet? Dal is raar," hernam Stokman, terwijl hij door
de krachtsinspanning van zoo even als uitgeput ineenzakte.
Zich evenwel snel herstellende en de houding aannemende