122
*Uwe bruid?" hervatte Glumer spottend. Zij is immers
de mijne
»Je bent bezeten!" zeide Stokman verachtelijk, en hem
den rug toedraaijende.
O neen schreeuwde de baronik ben zeer goed bij
mijn hoofd; maar gij zult even als ik bedrogen worden, en
daarom zal ik je de oogen openen. Verschoon me, me-
jufvrouw«zich tot Floobtje wendende, «maar de waar
heid moet aan het licht komen. Weet dan, oude man,"
vervolgde hij weder tot Stokman, «dat deze dame, die zoo
even in uwe armen lag en die ge uwe bruid noemt, vóór
een kwartier uurs hier in deze zelfde kamermij hare hand
heeft aangeboden."
«Wel verd de duivel haal je schreeuwde Stokman
maar sperde terstond daarop niet alleen zijn mond maar tevens
de neusgaten wijd opentoen hij Flooutje door zulk een
verschrikkelijke lachbui overvallen zag, dat haarde heldere
tranen uit de oogen rolden.
Stokman en Glumerwier haren reeds te berge gerezen
warenen als een paar kemphanen tegen elkander over
stonden, doorboorden eerst elkaar en toen Flooetje met
hunne woedende blikkentotdat de laatste eindelijk tot
Glumer zeide
«»U hebt mij geheel verkeerd begrepen, mijnheer de
baron. Het huwelijksvoorsteldat ik u gedaan heb, gold
niet mij maar mijne nicht
„Hoe? Uwe nicht? Welke nicht? Waar is die
nicht?" riep Glumer, plotseling weder tevreden gesteld uit
terwijl ook Stokman zijn toornig gelaat weder in liefelijke
plooijen zette. «Verschoon me, mejufvrouwvervolgde de
baron met drift, «verschoon me, majoor verschoon me
nogmaals, mejufvrouw maar die nicht bezit dan
toch die kleine honderdduizend guldens?"
««Nu ik aan dezen edelen man mijn hart heb geschon-