127 «Aangebeden meiufvrouw ««Mijn God! Wat mankeert u?" gilde Doortje ver' schrikt terugtredende. «Vergeef een ongelukkige," vervolgde Glumerzonder zich van zijn stuk te laten brengen «die, bedwelmd van gloei- jende liefde, het gewaagd heeft hier binnen te sluipen, om het voorwerp zijner vurigste wenschen te zienvóór haar neder te knielenen haar te zeggen ik bemin u ik aanbid u ««Mijn hemel; wat wilt gij? Sta toch op!" zeide Door tje, die volstrekt niet kon begrijpen wat haar overkwam. «Neen, nooit!" vervolgde Glumer met vuur, «of gij moet mijne bede willen verhooren. O mijne waarde Indien gij wist hoe trouw dit hart in dezen boezem klopt, hoe zich mijn gansch beslaan in deze liefde verleerthoe mijn geheel wezen zich tot u voelt aangetrokkengij zoudt medelijden hebben met een wanhopige gij zoudt mij uit het stof opheffen en mij toefluisteren ik ben de uwe ««Mijn God," zuchtte Doortje in weemoedige gemoeds beweging ««Wat overkomt mij? Een bijzonder aan genaam gevoel doortintelt mijne aderen zou hel de liefde wezen «Mag ik dus hopen?" riep Glumer opspringende uit en zijne beide armen zoo wijd mogelijk openende. Ik ben de uwe!" lispelde het dikke Doortje, terwijl zij zichliefelijk beschaamdmet het geheele gewigt van haar ligchaam aan Glumer's hart wierp zoodat deze bijna het evenwigt verloor en achterover zou gevallen zijn. Nadat de eerste teederheidsbetuigingen voorbij waren en Glumer zich het zweet van het hooge, edele voorhoofd al- gedroogd had, naderde Doortje, zoo kalm als zij zelve nog nooit geweest was hare nicht Anna en nam met ge dwongen zachte stem het woord ««Ontvang mijn zegen, Anna. Maar daar wij ons nu beiden verloofd hebben zal het er met uw bruid schat slecht uitzien mijn arm kind. Maar ik denk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 193