140
Indien men zich ooit mag gedrongen voelen tot de vraag
svan waar krijgslieden de zedelijke kracht ontvangen, die
hen voor een hun vaak onverschillige zaak jaren achtereen
doet volhouden?" dan mag men zich die vraag stellen, ten
opzigle van het leger dat in 1812 gereed stond, onder
NapoleonRusland binnen te dringen. Iioort slechts!
Daarover las ik eene beschouwing van een vriend van
mij, de luitenant v. L.dien gij wel kent. Ik wil u daar
uit het volgende mededeelen.
»Met het gelaat naar het Oosten gekeerd staan hier hon
derdduizenden menschen bijna allen hem (Napoleon) vreemd,
voor een derde gedeelte ten minste, hem stellig vijandig
menschendie het noch aan levensgeestnoch aan levens
kracht ontbreekt gereed op het eerste gebaar van dien
God des Oorlogskoude, ontbering, gevaren, vermorze
ling ja! tot den dood toe te tarten.
Zijn zij dan waanzinnig Neen
Zijn wij dan lol de tijden der volksverhuizing terugge
keerd waarin de volken als groote massa's tegen elkander
schokten zich een tijd lang in wolken van slof en puin
en bloed verloren, om als verfijnder wezens daaruit te
voorschijn te treden Neen neen driewerf neen
De schare die gij voor u zielbegroet ze met eerbied en
ontbloot het hoofd ter eere hunner nagedachtenis.
Ik spreek niet van hen, die, door het eigen noodlot
gejaagdals tijgers de wereld afloopen en het uitgeputte
ligchaam verkoopendan hier, dan daar, levende van het
bloed dat zij vergieten. Voor dezulken roep ik de hulde in,
die de Romeinen aan hunne zwaardvechters bragten.
Maar ik spreek hier van deze schare beproefde krijgers
Krijgers uit Trouw; hetzij trouw aan een vaderland, aan
een stamhuisaan een beginselaan de eer.
Ontbloot uw hoofd ter eere van hunne nagedachtenis;
want zij gingen en zeg vrij op alle tijden toepasselijk