HET ADSPIUANTEMXAMEN E HIT JAAR 1866.
In het jaar 18C0 hebben zich 25i jongelieden voor het
examen aangemeld, waaronder 139 voor de dicnsl hier te
lande, 93 voor de dienst in Oost- en 2 voor die in Wesl-
Indië; 23 werden wegens ligchaamsgcbreken afgekeurd, en
2 kwamen niet op 5 zoodat er werkelijk 209 geëxamineerd
zijn. Van dezen hebben er 9G aan de vcrcischten voldaan:
terwijl er 78 plaatsen waren opengesteld, namelijk U hier
te lande, 32 in Oost- en 2 in West-lndië.
Dit examen onderscheidde zich dus van alle vroegere door
het groolezelfs niet ten tijde van de voreeniging van ons
land met België bereikte, getal Adspiranten, en door de
bijzonderheid dat er bijna twintig boven het vereischle aantal
voldoende bewijzen van bekwaamheid hebben afgelegd. Dat
was een verblijdend verschijnsel (behalve natuurlijk voor de
Concurrenten en de Examinatoren); want daaruit bleken
duidelijk ten minste deze twee zaken: 1°. Dat er nog altijd
een voldoend aantal jongelingen gevonden worden, bereid
om het vaderland en zijne overzeesche bezittingen ook op
den vasten wal te verdedigen; hoewel wij eikander sedert
den tijd van de Ruijler steeds in rijm en onrijm hebben
wijs gemaakt dal de zee eigenlijk het element der Neder
landers is; en 2°. dal de hoeveelheid kennis, die tot
toelating op de Militaire Akademie gevorderd wordt vol
strekt niet te groot is voor den leeftijd op welken zij moet
verkregen zijn; hetgeen vooral in den laatstcn tijd hier en
daar is beweerd niet slechts door individuen maar ook door