I corporaliesmet name het Departement Lemmer der Maat schappij tot nut van 't algemeen en het Noord-Brabantsch genootschap van kunsten en wetenschappen. (1) Maar zoo danige bewering kon ook, mcenen wij, alleen uitgaan van (I) Zie: de Punten ter beschrijving voor de Algemcene vergadering der Maalsi hnppijtot nat van 't algemeen 18GG en de Praag punten ter bespreking in du Algemcene vergadering van het Provinciaal Ge nootschap van kunsten en wetenschappen in IS oord-Brabant. .Met eene overigens mei kwardige gelijkluidendheid wordt op de ccrslc plaats beweerd dat, en op de tweede gevraagd of »dc massa kennis, ver- neiscbt om toegelaten te worden op ccnc van 's Kijks Instellingen te «Breda, enz, te groot is en niet zelden moet worden verkregen ten «koste van ligchaam of geest." Het is ons nog niet regt duidelijk ge worden hoe men «kennis verkiijgl ten koste van den geest." Is waar men kan een jong mensch verstompen en van een' halven idioot een geheclen maken door hem te noodzaken allerlei dingen van Luiten te leeren cn hem ren aantal zaken in te pompen, die hij niet begrijpt; maar dat zal men toch hopen v i jgtene «kennis" noemen: dat zijn hoogstens ellendige pogingen om den martelaar eenig «welenin te stampen. Daar de Algemeenc vergadering der Maatschappij tol nut van 'l al gemeen wegens de tijdsomstandigheden is uitgesteld is van die zijde nog geenc beslissing op de kwestie gevallen maar wel is dit geschied van wege het ÏNoord-Brabanlsch genootschap, hetwelk in zijne vergade ring van 3 J111ij j.l. bij meerderheid van stemmen goedgunstig besloten beeft«dat de vercischle keunis zeer goed zonder nadeel van ligchaam «of geest kan vei kregen en de eischen der examina niet behoeven ver daagd te worden." Genoemd genootschap heeft zich echter genoopt gevoeld op te merken «dat hel zeer wenschelijk zoude wezen rial de «examinatoren meer letten op ware geestontwikkeling eigen omdeclcn vzelfdenken der te examineren leerlingen dan op liet gclukk'g opzeggen «door dezen van een aantal kunstmatig ingepompte en stelselmatig van «builen geleerde formulieren en regeltjes." (Dagblad van Zuid-Ilolland en 's Gravcnhagevan 13 en IG Julij). Aan de discussie over dit onderwerp namen in de eerste plaats deel de Ilceren Mr. Korlewcg cn Ds. II. M. C. van Oosterzee, die, naar bet ons voorkomt, bij deze ge legenheid geen bijzonder compliment gemaakt hebben aan hunne eigen zonen, welke, ten gevolge van onze wijze van examineren, op de Al gemeenc ranglijst der Adspiranlcn van 18G6 iespectivelijk M°. II en 12 vei kregen hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 70