6 hoog; en wanneer men daarbij ecne school treft, waar de leerlingen van 's morgens ten 4 ('s winters 5) met slechts zeer kleine tussclienpoozen tot des avonds ten 9 of 10 ure gedrild worden (zulke scholen zijn er, en zij verdienen als Sodom te worden verwoest)dan heeft er eene stelselmatige idioten-formatie plaats, dan worden ligchaam en geest ver moord. Maar zulke gevolgen zijn niet te vreezen en de cischen zijn niet te hoog, wanneer de knaap, zonder vooraf het ontwikkelings-proces van eene dompige bewaarschool te hebben doorloopcn met zijn ü(lc jaar begint hel a. b. c. te bestuderen en van dien tijd af geregeld onderwijs ontvangt van personen, die er zich op toeleggen, niet om hem veel te laten van builen leeren (1), maar om met en door het wetenschappelijk onderwijs zijn verstand te ontwikkelen en zijn oordcel te scherpen. Dan kan hij, bij redelijken aan- leg op zijn lö!e of 1G'|C jaar gemakkelijk aan de eischen van het examen voldoen, ja meer dan dat, zonder dat hij daarvoor op een afzonderlijk afrigtings-instituut behoeft te worden iJclaar gemaald" Intusschcn kunnen plaatselijke of andere omstandigheden hel noodzakelijk maken dat een jong mcnsch zijne opleiding op eene kostschool ontvangt maar men beginne dan daarmede toch niet te laat en, vooral, men zii voorzigtig in zijne keuze: er zijn vele kostscholen, op welke hel hoven gezegde niet toepasselijk is, en zij zijn ligt uit te vinden. Ook kunnen in hel vervolg de thans opgcrigte Hoogere burgerscholen in dit opzigl uitmuntende diensten doen, gelijk sommige harer reeds dit jaar hebben bewezen (zie den Uilslag van het Adspiranten-examen hier vóór). Er is nog iets, waardoor het Adspiranten-examen van I860 zich, zoo niet van alle, dan toch van de meeste vroegere (1) Dit is eclilrr niet geheel Ie vermijden; zoo als, l>ij liet leeren vervoegen van Werkwoorden en liet. verbuigen van Naam— en Voor - naamwoorden in de verschillende talen, hel geen tegenwoordig op vele scholen schromelijk wordt verwaarloosd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 72