Abd-el-Kader.
UIT HET LEVEN EN DE KRIJGSBEDRIJVEN
«Getemd is de leeuw, die, als schrik der woestijnen,
Zóó lang om zijn roof heeft gebruld
Die elk, wie hem zag in de vlakte verschijnen
Met vreeze des doods heeft vervuld
En op het bestookte gebied der Algrijnen
Geen' heerscher naast zich heeft geduld 1
Zoo zong onze dichter Tek IIaar, nog altijd ruischen ons
die toonen in de ooren nóg even als vroeger lezen wij die
dichtregelen met genoegendie gloeijende alleenspraak van
den gevangen Abd-el-Kader al zweeft ons thans na bijna
20 jaren herwaarts een glimlach op de lippen bij het her
lezen van
Ik souw mijn' vloek u toe, met zaamvergaarde krachten,
Bij 't geven van mijn jongsten snik 1
en
De dag der wrake komtl 'k Zie Issa op de wolken
Het lot beslechien der in 't stof gebogen volken.
VAN