35 dat gedurende zijn laaisten pelgrimstogt hij te Bagdad een ouden fakir bezocht had, die hem drie appels gafzeggende »De eene is voor ude tweede is voor uw oudsten zoon daar; de derde is voor den Sultan/' «Wie is die Sultan", vroeg Mahiddin. «Dat is het kind hetwelk gij te huis ge laten hebt hernam de fakir. Dal kind was Abd-el-Kader zijn jongste zoon. De Arabieren namen deze overlevering geloovig aan. Een oude marabout bezwoer den inwoners van Maskaradat de engel Gabriël hem bevolen had, hun aan te kondigen dat het de wil van God was, dat Abd-êl- Kader over de Arabieren regeerde. Sedert dien tijd zien wij 'lHadj onafgebroken werkzaam. Hij regelde den financiëelenkrijgs- en staatkundigen toe stand van de stammen en stedendie nog niet door de Franschen ten onder gebragt waren. En wij kunnen niet anders dan het getuigenis afleggen dat hij daarbij een grootc mate van hardnekkigheid, vernuft, moed, stoutheid en voor- zigtigheid heeft aan den dag gelegd. Naauwelijks tot Sultan uitgeroepenstelde hij zich aan het hoofd der opgestane stammen komt in openbaren opstand tegen Frankrijk en voerde tol den 26 Februarij 1854 den strijd met afwisselend voordeeltoen hij een verdrag met den Franschen generaal slootdat echter van korten duur was. De oorlog dien hij voerdede Fransche gevangenen en deserteurs die hij ondervroeg, de établissementen die hij bezochtde materiëele verbeteringen die de Franschen in Afrika aangebragt haddenhadden hem de oogen geopend en doen zien wat er nog ontbrak aan de stammendie hij om zich heen verzameld had. Hij maakte gebruik van den korten vrede om zijn volk te organiseren en gereed te maken voor de nieuwe wor steling. Hij schiep in de provinciën Oran en Maskara een soort van rijk voor zich.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1867 | | pagina 99