I 98 thee. Nadat de kok dit alles met een smerigwalmend olielampje op mijn tafeltje uitgestald had, bragt hij een stroozakdie mij tot matras zou dieneneen strooijen hoofdkussen en twéé wollen dekens; dit alles werd op mijn' krib geworpenik kon er dan eelf een nachtleger van maken. Nog drie stroozakken werden op den grond voor mijn hok in het portaal neergelegd; het waren de nachtle gers van drie andere Kadetten, die met politiekamer gestraft waren. Dat er, toen deze arriveerden, en mijn bord, waarop mijn souper gelegen had en mijn thee pot en kommetje weg genomen waren, in de eerste uren niet aan slapen gedacht werd, kunt gij begrijpen; eerst eens flink gebabbeld over het nieuws van den dag en een van de kelderraampjes doen openzetten. Het is 'snachts één uur; alles is rustig; voor mijn hok liggen die arme politiearrestanten te slapen als ossen; voor mij is het nog geen tijd om te slapen; eerst mijn sigaren geprobeerdhet zijn gewone sigaren van cent het stuk, en toch ze smaken me als ma- nillas! Tegen vier uur eindigde ik met dampen en trekkende rook had dus ongeveer twee uren tijd om door het openstaand raampje weg te trekken. En thans het overige van den nacht in Morpheus armen door- gebragt. Het is ochtend; het rammelen van den sleutelbos, in de handen van den sergeant, en het openen der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 102