122 op clezeu geen bericht, dan zal ik zoo vrij zijn Zon dag den 6den Meiu een bezoek te komen brengen om dan tevens ook kennis met uw Papa te kunnen ma ken. Vervuld van hoop en vertrouwen op den goeden afloop dezer zaak, blijf ik, Mejufvrouw, Uw U waarderende vriend S. v. Brn. Breda, 1 Mei 1866. Mijnheer Nu eens was ik van plan uwe laatste letteren geheel onbeantwoord te latendan weder kwam mij de gedachte opu uit te noodigen mij alhier te komen opzoeken welk laatste plan ik zekerlijk ten uitvoer had gebragt, zoo dringende omstandigheden mij dit niet belet had den. Nu echter zegevierde geen dezer beide gedachten en ik besloot tot iets anders mijne toevlugt te nemen; namelijkeen einde te maken aan onze kommedie mijn masker af te werpen, mijne rol als dame vaarwel te zeggen en u bekend te makengij steeds in corres pondentie zijt geweest, niet met mejufvrouw Marie Hin- looping, maar met een Kadet der Koninklijke Militaire Akademie. Wat mijn opinie is omtrent uwe handel wijze, moet ik u gulweg bekennen, dat ik voor mij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 126