i i-4 i a ZOO ZIJN ER. «'oeg-r*- r Steeds te morren, steeds te klagen, Over al wat hier bestaat, En de vrijheid maar beteugeld Schijnbaar of wel inderdaad. Critiseren, vaak voorbarig, Iedereen en elk bevel, Overtreden al te spoedig, Al weet hij de straffen wel. Altijd haten, meestal plagen, Wat slechts fielt of ploert gelijkt Steeds te achten, steeds te eeren, Wien een flinke vent hem blijkt. In de kerk nooit op te letten, Van geloof niet extra fijn, - --Steeds de studiën te verachten, Die niet naar zijn gading zijn. r -it. "/WWVWW- w.. J J

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 138