HERINNERING AAN HET VERLOF.
145
o Schoone tijdzoo ras vervlogen
Door mij in vrijheid doorgebragt,
Tk staar u na met glinsterende oogen
Daar mij geen toekomst tegenlacht,
Die, als de laatst verloopen tijden,
Zoo rijk aan vreugd is en genot;
Maar 'k wil dit laatste jaar bestrijden,
En stil berusten in mijn lot.
Maar achzou 'k nu al droeve klagten
En weemoed noemen in mijn lied?
Neen, liever rusten mijn gedachten
Bij 't geen de herinnering mij biedt.
Herinnering, o zij beurt het harte
Zoo vaak weer op uit zorg en leed
Ja zij verdrijft de felste smarte,
Die men door haar al ras vergeet,
Zij kan ons waar genoegen geven
En ons verplaatsen in den tijd,
Die als de schoonste van ons leven
Ons vreugde gaf en vrolijkheid.
10.