Toch, waar zie ik, voor de ramen Waar ik drie jaar achter zucht, Niet kastanje- en lindeboomen Zich verheffen naar de lucht. Driemaal zag ik bloesemknoppen En ontloken blad'ren dos; "Viermaal de kastanjes rijpen En zij lieten daarna los. Vielen op den grond ter neder, Even als het dorrend loof, En de najaars windvlaag speelde Zeer genoeglijk met zijn roof. Eenmaal nog, zal ik die boomen Voor mijn raam ontplooijen zien, Alle pracht der voorjaarsdagen En hun bloesem bovendien. Maar het rijpen der kastanjes Zie ik uit het raam niet meer Van de Militaire Kweekschool Waar ik schier vier jaar studeer. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 152