Mijn Leeraar in de Wiskunde 1865. 149 Daar staat de man, die ons regeert, En ons met vuur de Wiskunst leert; Ons werken laat, ons zwoegen doet, En pt heele boek met ons doorwroet. Met ware trots en majesteit Spoort hij ons aan tot noeste vlijt, En houdt hij door zijn streng gezigt Onz' oogen op het bord gerigt: Zijn korte naam kent iedereen, En waarlijk niet Kadets alleen, Maar ieder zeker en gewis Weet wie die eerste leeraar is. Hij is een goede en beste vent, Geacht door ieder die hem kent; En schoon hij door zijn strengen blik Ons spms vervult inet angst en schrik, En d' een of d' ander met een woord, Dat tot 't geslacht der vloeken hoort, Naar acht-en-dertig somtijds zendt, Toch noem ik hem een beste vent. Acht en dertig is het nummer van de wachtkamer, waar de Kadets, welke in arrest moeten gesteld worden, voorloopig hun intrek nemen. f OO^OO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 153