75 Bij Z. M. besluit was, zoo als gij reeds gezien hebt, de Kolonel A. C. A. Schönstedt tot Gouverneur dezer Inrigting benoemd. Hij werd, in zijne betrekking van Kommandantdoor den Majoor der Art. A. J. A. Gerlach vervangen, die genoemde betrekking den 20en Maart kwam aanvaarden. Ook ZHEd. Gestr. hield ons eene toespraak, doch zij was natuurlijk, wilde hij niet in herhalingen vallen, korter dan die van den Kolonel Schönstedt; evenwel verklaarde ZHEd. Gestr. ons, dat ook hij een strenge handhaver der krijgs-tucht ismaar daarbij al het mogelijke, met den Gouverneur, zoude doenom ons het leven alhier aangenaam te maken. Menig voorregt is ons reeds geschonken, dat we vroe ger niet kenden. Na de gepleegde ongeregeldheden op onze Inrigting te midden van al dat geschrijf en gepraat over de Koninklijke Militaire Akademie, nadat de Luit. Gene raal Steuerwald en de Kolonel Le Clerc dit gebeurde in het laatst van 1S66 onze Akademie bezocht had den benoemde Z. M. eene Commissie van Burgers en Militairen, om een ontwerp zamen te stellen, tot reorga nisatie van de Kon. Milit. Akademie. Genoemde Com missie bestond uit de navolgende leden en adviserende leden: President, Generaal Pelprat, verdere leden en adviseurs: Kolonel Ilappé van het Ned. Ind. Leger, Majoor van der Schrieck van het liegt. Grenadiers en JagersMajoor Booms van den staf der Infanterie Majoor Kempees, chef van het Wiskundig Onderwijs aan de Milit. Akademie, Kolonel Le Clerc, van den staf der Artillerie, dezelfde die met den Luitenant Generaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 79