79 „Mogten zij weer adem halen „Ontslagen van dat bitter kruis." De kamptijd nadert met rassclie schreden en einde lijk was de dag daar, dat de Kadets der twee jongste studie-jaren het rijk op de Akademie alleen zouden hebben. Vóór dien tijd echter, verlieten twee Officieren deze inrigting, waaraan zij tal van jaren, verbonden waren geweestik bedoel den Majoor J. C. J. Kempees en den Kapitein G. A. van der Hoeven. De eerste was ruim 25-jarenbijna onafgebroken, aan deze Inrigting werk zaam geweest, die hij thans vaarwel zeide, teneinde als Bataillons-Kommandantbij het le Keg' Infanterie, op te treden. De tweede ging naar Utrecht, waar hij, ruim eene maand later, tot Majoor-Kommandant van het Bataillon Mineurs en Sappeurs bevorderd werd. Als Chef van het Wiskundig onderwijs aan deze In rigting werd de Kap' der Artillerie M. C. P. Simon en tot plaatsvervanger van den tweede, de Kap'-Inge- nieur II. Baud benoemd: beiden kwamen hunne betrekking, nog vóór het overgangs-examen der beide jongste studie-jarenaanvaarden. De kamptijd ging stilletjes voorbijvoor de niet kamperende Kadetszoo als gewoonlijkvoor eenige Officieren en Beambten stiller dan vorige jarendaar er dit jaar geene aspiranten Breda met hun bezoek kwamen vereeren. Het gezegde van den Vicar van Wakefield was dan ook ten volle op ons toepasselijk „Our only migrations were from the blue bed to the brown."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 83