81
ons, Kadets, vergund, mede feest te vieren en den
„prachtigen" Optogt, voorstellende Prins Maurits in-
togt in Breda in den jare 1583 te zien, Bij die ge
legenheid zagen wij ook den beminden Prins Frederik,
die, als eere Voorzitter van het Congres, dat, uit
'sGravenhage was komen bijwonen. De ontvangst,
welke men Z. K. H. bereiddewas overal even harte
lijk, vooral, op den dag zijner aankomst, in den prach
tig geïllumineerden lusthof „het Valkenberg." Die
illuminatie hoe schoonhoe aanlokkelijk was zijdie
honderden van lampen, hoe prachtig weêrkaatstte haar
licht in de ons daarvan scheidende gracht; die
muziekwelke zich toen deed hoorenhoe trof zij ons
Doch ik kan nog niet van den kamptijd scheiden,
zonder met een enkel woord over de onthulling van
Seelig's graftombe te spreken. Toen op den prach
tigen, maar warmen zomerdag, waarop de plegtigheid
een aanvang zoude nemen, het grootste gedeelte van
het Kadettenkorps in de nabijheid van het kamp ging
manoeuvreren, werden eenigen onzer, allen van het
2e verblijfjaar, onder geleide van den lsten Luitenant
Kegenbogen, als vertegenwoordigers der Kon. Mil.
Akademie, naar Ginnelcen's eenvoudig Kerkhof gezon
den ten einde bij de onthulling tegenwoordig te zijn.
Na aldaar een half uur gestaan te hebben, zagen
wij eene menigte schitterende uniformen en weldra ver
scheen de man, die, bij de plegtigheid, eene redevoe
ring zoude houden, de Luitenant Generaal W. J. Knoop.
In schoone en treffende bewoordingen schetste de
Improvisator Seelig's verdiensten als burger en mili-
6.