84
nadat hem, op zijn verzoek, wegens ziekte, een eervol
ontslag was verleend geworden, ontvingen zijne vrien
den, in den kamptijd, het treurig berigt, dat hij den
20sten Junijte Sodenop Duitschen bodem, aan de
zelfde ziekte waaraan Eoorda bezweekoverleden was.
Moge het Wij verliezen in liem een goed kameraad
en trouwen vriendbij velen slechts een vorm, en
meer niet, zijn, ten aanzien van den algemeen bemin
den van Heel, was dat geenszins het geval. Eust hij
in gindschen lusthof, ver verwijderd van betrekkingen
en vrienden, zijn naam zal nog lang bij ons, die hem
van nabij kenden, op de lippen zweven.
Zal ik ook spreken van hen, die wij in onze klas
sen niet meer vinden, ach neen, zulks zoude, en voor
ons én voor hen, maar onaangenaam zijn; laat
ieder oppassen, dat hij nimmer zoo ongelukkig worde,
van den rang van „asymptoot" te verwervendie staat
zie toe, dat hij niet valle!
Bij het aan de Akademie gedetacheerde korps Offi
cieren waren er nog al mutatien geweest, gedeeltelijk
ten gevolge van de prachtige promotie, die, in eens,
bij het wapen der Nederlandsche Infanterie gekomen
is, gedeeltelijk ook om vele, mij onbekende en overi-
<nms geen belang inboezemde redenen. De lste Luitenant
der Kavallerie van Lanschot Hubrecht, de lste Luitenant
der Artillerie Eegenbogen, alsmede de lste Luitenants
der Infanterie Obreen en von Hom verlieten, met het
einde van den cursus, de Akademie. De eerste werd
door den 2den Luitenant der Kavallerie, Metelerkamp,
de derde door den lsten Luitenant, van den Staf der