87 driewerf gelukkige gedachtendat we weer zooveel digter bij onze bestemming, aan de eindpaal van den moeijelijken weg, dien we bewandelen, zijn? Zegt, kameraden! hebt gij dan, bij uwe ondervonden teleur stellingen, ook niet veel genot ondervonden, hebt ge geene voorregten kunnen smaken, die ons anders onbe kend waren? Neen, laat ons moedig voortgaan op den weg, waarvan velen onzer het einde spoedig zullen zienwelk eene belooning wacht hen danMaar ook wijdieover eenige maandenonze oudere ka meraden de hand des afscheids zullen toereiken en spoedig daarna hunne plaatsvervangers zullen worden, ook wij zullen moedig voortgaan, ook ons zal die be looning geworden, hier en in het verre Oosten! Onze bestemming, zij is verheven, wTat zeg ik, zij is benij denswaardig, niet voor hen, die de roeping van den Officier beoordeelen maar zijne inspecties en zijne ver- rigtingen op de chambréeniet voor hendie den militairen stand verafschuwen, omdat de leden van dien stand aan zulk eene strenge tucht onderworpen zijn. Neen, voor die kategorie van menschen heeft die stand ik stem het gaarne toe niets aanlokke lijks; wel voor hen, die de ware roeping van den militair, in 't algemeen, van den Officier, in 't bij zonder, begrijpen; die vervelende inwendige dienst, ze moet er zijnmaar maakt daarom nog niet het hoofd bestanddeel der verrigtingen eens Officiers uit; die strenge krijgstucht, ze moet er zijn, doch immers hij die zich dodV waren zielenadel onderscheidt, die bij zijne Chefs om zijne echt militaire deugden en eigen- f

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1868 | | pagina 91