89
mij de vereerende taak op, een kort overzigt te geven
van de, in liet jaar '67, aan de Akademie plaats ge
had hebbende gebeurtenissen. Ik nam die taak op mij
en heb er steeds naar gestreefdeen Overzigten meer
ook niette gevenhier en daar gemengd met eenige
beschouwingen, waarin de lezer misschien een weinigje
humor, doch in 't. geheel geene satyre vinden zal. Ik wil
gaarne bekennen, dat ik, hier en daar, zeer oppervlakkig
ben geweest, doch dit moest zdo en kon niet anders
zijn, wilde ik geen oordeel vellen over personen en
zaken. Ik kon dus, om consequent te blijven, niet te
veel, bijna in 't geheel niet, den lof van eenige perso
nen uitbazuinen, personen, die, trouwens, toch boven
mijn lof verheven zijn.
Mij gewerd, bij de zamenstelling van dit stuk,
geene officieele stukken en bescheiden en ik moest
dus, bijna altijd, mijn geheugen te hulp roepen of
eenige kleine aanteekeningen van welwillende vrienden
en kameraden raadplegen; het zal dus niet te verwon
deren zijn, dat ik mij, nu en dan, misschien met
namenvoorletters of datums vergist zal hebben. Voor
dat alles vraag ik verschooning en met dit weinige
acht ik alzoo mijn' taak volbragt en wensch den Lezer
een gelukkig jaar toe.