94
Sergeant opent haar, wij treden een portaal binnen,
slaan regts af, een andere deur, waarop een 2 geschre
ven staat, wordt geopend; ik treed het vertrek binnen,
doch thans alléén; de deur wordt achter mij gesloten
en gegrendeldde Sergeant keert door het portaal
terug, sluit en grendeld ook die deur en ik bevind
mij in de provoost.
Voor ik verder ga zal ik u eene beschrijving geven
van het hok waarin ik geplaats ben.
Stel u een vierkant voor, breed en lang vijf pas;
rigt op de vier hoekpunten van dit vierkant loodlijnen
maak twee van die loodlijnen en wel twee die aan
dezelfde zijde gelegen zijn, twee el hoog en de twee
andere 45 duim. Indien gij nu elk der loodlijnen van
twee el met de naastbij zijnde van 45 duim door een
ellipsvormige kromme lijn vereenigt en nu door die
twee kromme lijnen een vlak brengt, dan hebt gij den
vorm van het gewelf, waaronder ik zit. In de voormuur,
van twee el hoogbevindt zich de zware met grendels
en traliewerk voorziene deur. Links in het hok staat
een krib van planken, waarvan het bovenste gedeelte
8 a 9 palm en het voeteneinde op ongeveer vijf palm
van den grond verwijderd is. In de breedte van de
provoost kunt gij slechts vier passen maken, in de
diepte drie, bij den vierden stoot gij het hoofd aan
het gewelf. De zonnestralen dringen in dit vertrek niet
door. Een traliewerk, breed drie, hoog vier palm, is het
eenigste luchtgat; tien tralies, ieder een duim breed,
staan vertikaal in dit vierkant; een ijzeren dwarsspijl
op halverhoogte van het traliewerk aangebragt, houdt