99
lieid; zij bood den zoo vernederden jongman hare wang
tot eene kus.
Lezer, ik zal hier eindigen, ieder begrijpt, dat ik
dadelijk van de mij gegeven vergunning gebruik maakte
en haar innig omhelsde.
Den avond van dien dag ging ik naar mijn Vaderland
terug en heb nooit meer van dat schoone duitsche
meisje gehoord, dat mijn hart eens gewonnen had.
P. C.