104
een bézoek brengt aan de slaapzalen der Akademie
(aan een lezeres zou ik zulk een voorstel natuurlijk niet
durven doen)dan zou hij zich toch in zijne verwachting
bedrogen vinden, want er is iets waardoor de juichende
vreugdetoonen nog worden gesmoordiets waardoor een
ieder nog in bedwang wordt gehoudende zoete droom
van den dag van morgen wordt nog gedeeltelijk ver
drongen door een onaangename werkelijkheid van heden,
door de onaagename werkelijkheid, want dien dag moet
er nog examen gedaan worden.
In andere tijden zou het mij zeer verwonderen, als er
op dat uur tvree wakker waren, doch nu de anders
zoo kalme spheer, zelfs daar, waar men gewoon is alle
zorgen te vergeten, bezwangerd wordt door de, zoo ver
ontrustende, gedachte aan een examen, nu is het geheel
anders; een groot gedeelte slaapt niet meer, hoewel
het op de gezigten van velen hunner te lezen staat,
dat het waken hun zwaar valt. Gij ziet er eenigen,
die over een boek gebogen liggen, en studerenbij
anderen echter,, zijn de pogingen, die zij daartoe
hebben aangewend, ijdel geweest, de geest is door het
vleesch overwonnen, het hoofd, dat boven het boek
moest worden ondersteund, is te zwaar geworden, en
er langzamerhand op neer gezonkende oogleden zijn
toegevallen over de vermoeide oogendie in de laatste
14 dagen, soms slechts in eene twijfelachtige schemering
reeds zooveel letters hebben moeten zien, reeds zooveel
diensten hebben moeten bewijzen.
De rust is echter niet van langen duur; de tam
boer, even stipt als altijd, verschijnt, en de onver
biddelijke réveille doet zich hooren; met schrik ontwaken
zij, die waren ingesluimerd; zij betreuren den tijd,