120 zonder getroffen te zijn door de sclioone schildering van sommige Parijsscke tijpen, ook van de Reine Racchanale? Welnu dan, Cephyse Solliveau stelt u eene dier tijpen voor, welke tot habitudes van de „bals pubics" gerekend worden. Waar zij wonen?... Ik weet het niet, misschien op de Boulevard des Filles de Calvairemisschien in het Quarti er-Lat inter eerste plaatse op de 5e, ter tweede plaatse op de bel etagemisschien elders. Zal ik u eene beschrijving geven van Mabille, kern achtiger en beknopter dan Adolphe Joanne zulks gedaan heeft, dat is mij niet mogelijk, doch eene omschrijving, zoo goed en zoo kwaad mogelijkwil ik trachten te geven. Of ik daarin geslaagd ben, dat zal de kritiek leeren. Bal Mabillein den Jardin Mabille, niet verre van het „Chateau des Fleurs," is een publiek bal! Men danst er eiken Dingsdag, Donderdag, Zaturdag en Zondag avond; men d t £r en nie1 anders. Heeds wannec± men een 100 pas van den ingang verwijderd is, treffen de melodieuse toonen eener heer lijke strijk-muziek onze oorenen doet het licht van honderden gaz-pitten onze oogen verblinden. Gij wordt zacht, aangenaam, om niet te zeggen, hemelsch gestemd stijve Hollander, ernstig en ingetogen van aard, gij die in uw leven nimmer zóó iets zaagt. Keeds wacht gij, met 5 francs in uwe handen, ongeduldig op een entree-kaartje en zóó weinig tijd hebt ge, om te wachten, dat ge den Directeur-gerant met een paar franken meer dan hem toekomt, verblijdt. Zóó verlangt ge te zien, zóó verlangt ge te hooren, wat daar binnen te zien en te hooren is. Wat zal ik wel zien, zijn uwe gedachten. Gij hebt reeds gehoord, dat Mabille een publiek bal is,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1869 | | pagina 126