130 Dan zouden z' hem zamen eens kranen Tn 't schoon en zoo kleurrijk gewaad, Maar eerst nog dat helsehe examen Dat deed hun illusies veel kwaad. Geen van hun drieën kon kieren, Elk hunner vond studie een zaak Die wel eens beoefend mogt worden Maar geen van hun drieën deed 't vaak. Odie studie vergalde wat dikwerf In de week hun eenvoudig genot, Niet 'sZondag's, want daartoe was ieder Te veel op het uitgaan verzot. Dan kierden ze lustig weer 's Maandags Maar slechts een paar weken in 't jaar, En kwamen door boffen drieeënig Voor 't helsehe examen zoo klaar. Een van de drie was een kerel Bekend om zijn liberaal bloed, Om zijn schelden, zijn woeden, zijn razen Op fielten en ploertengebroed. Geen onregt kon hij verdragen, Al was het aan anderen geschied, En vaak baarde het lezen der straffen Hem wekenja maanden verdriet. yt Was heerlijk dan hem te hooren, Zooals hij, met gloeiend gelaat, Op het walletje geestrijk kon speechen Over vrijheid van den soldaat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1869 | | pagina 136