136
houdelijk opgeligt en neergezet, ten laatste geheel
opgeheven, omgekeerd, en met het blad op den vloer
gelegd, daarna weder opgeligt en op hare pooten gezet.
Bij eene herhaling der proef, trachtte ik te vergeefs
door krachtdadige tegenwerking, de beweging der tafel
te verhinderen, en zij hervatte, tegen de werking mijner
kracht in, hare vroegere beweging.
Deze proef, in de wandeling tafeldans genaamd,
overtuigde mij reeds gedeeltelijk van het bestaan van
onzigtbare wezensde tafel kon toch immers niet uit
zich zelve in beweging komen?
Stel datin weerwil van al mijne zorgenhet medium
mij bedroog, welke geheimzinnige kracht zou hij dan
hebben moeten aanwenden, om aan de tafel eene be
weging mede te deelen tegen den druk zijner eigene
handen in; de werking mijner kracht nog buiten rekening
gelaten. Beproef het eens hem na te doen, en gij zult
het onmogelijke er van inzien, zonder bovennatuurlijke
hulp zulke uitkomsten te erlangen.
Het medium heeft voor mij eene gelijksoortige proef in
vol daglicht gedaan, waarbij hij „alleen door het opleggen
van één zijner handen eenev tafelgroot genoeg voor
13 personen, en uit losse bladen bestaande, in
beweging bragtzoodanigdat zijals een veerheen
en weder geschud werd. De tafel was ongedekt en
werd 5 maal daags gebezigd. Maar hoe nu dit feit
te beschouwen
Mij dunkt op geene andere wijze dan die, welke ik
reeds boven gaf, namelijk dat er onzigtbare wezens in
het spel waren.
Maar, zult gij zeggen, is het niet eene voor geesten
onwaardige taakkunsten voor nietige inenschen te