140
oin zich gedurende weken en maandende moeite tc
getroosten, handteekeningen na te maken, waarvan liij
in de eerste plaats sommigen nooit had gezien en die
geen stoffelijk voordeel hem konden opleveren. En
waarvoor zou hij die moeite en dien tijd verspild hebben
Voor het genot van drie a vier jongelui wijs te
maken, dat er geesten bestaan? Maar dan ware hij
immers krankzinnig geweest; en ik verklaar, dat nooit
in hem te hebben kunnen bemerken.
Ware het mediumschap eene lucrative hoedanigheid
dan zouden zijne oefeningen nog te begrijpen zijn, maar
dewijl daarvan geene sprake kon zijn, vervalt ook elke
reden om hem van bovenstaande laagheid te beschuldigen.
Het feit der handteekeningendieik verklaar het
nogmaals, sprekend gelijkend waren, is het doeltreffendst
bewijs voor de waarheid van het spiritisme, want ik
hoop genoegzaam bewezen te hebben, dat het medium
ze niet kan nagemaakt hebben; wie kan het dan ge
daan hebben, zoo hij het niet is? Mij dunkt niemand
anders, dan de eigenaars zelve.
Dus ook op dit punt, zoo ik hoop, bewezen heb
bende, dat het medium ons niet bedroog, ga ik over, tot
het vermelden der nog overige belangrijke feiten.
Ons verlangen te kennen gevende, om door meer
sprekende feiten volkomen overtuigd te worden, hadden
wij de volgende interessante seance.
Wij begonnen, in alle hoeken van de kamer petten,
hoeden, boeken, pijpen, zakdoeken, beursen enz. te werpen
en verzochten toen, na allen weder te zijn gaan zitten
die voorwerpen op de tafel, of op den schoot van een
onzer te werpen. Gij zult het niet willen gelooven
lezer, maar niettemin is het toch waar, dat achtereen-