142 der wereld gedaan werd en nog altijd onbeantwoord is geblevennamelijk „Wat is God?" „Het hoogste wezen." „Ja, dat weten wij, maar verklaar ons dat nader." „Wees met die verklaring tevredenwij mogen niets meer zeggen, en toch, gij zoudt het met uw eindig verstand niet begrijpen." „Wat is een Medium?" „Een Medium is een mensch, die een leven voor dit leven gehad heeft." '„Zijn slechts enkele menschen mediums?" „Neen, alle menschen zijn mediums, maar de een meer of minder dan de andere, naarmate zij een langer of korter leven vóór dit leven gehad hebben. Het hier aanwezige medium is in het vorige leven, een grijs aard geweest." „Welke gedaante hebben wij in het vorige leven gehad?" „Dat mogen wij u niet zeggen." ^„Maar gij hebt het woord grijsaard gebezigd, hadden wij dan eene menschelijke gedaante?" „Wij konden uw menschelijk verstand op geen andere wijze begrijpelijk maken, hoe lang de duur van zijn leven geweest is." „Welke gedaante hebt gij?" „Dat mogen wij niet zeggen, al kont gij het begrijpen." „Hoe is het toch mogelijk, om zonder vleesch of been te bezitten, zigtbare teekenen voort te brengen?" „Wij moeten ons aan u vertoonen, in de gedaante, waarin wij het leven verlieten." „Dat begrijpen wij niet, kunt gij ons dat niet nader uitleggen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1869 | | pagina 148